Woensdagavond rond de klok van 17.00 land ik op Warschau Chopin. De grote internationale luchthaven van Warschau. Wat me opvalt is dat in de winkeltjes op het vliegveld een grote keur aan biologische en “rawfood” etc. wordt aangeboden. Ik zal erachter komen dat de bewust eten hype zich met name in de stad afspeelt. Ik pik mijn huurauto op en zet koers richting mijn eindbestemming Mragowo (een dikke 200 km ten noorden van Warschau). Daar is ons Pools wervingbureau gevestigd. Het was een hele bewuste keuze om het in een ontzettend agrarisch gebied te vestigen met een hoge werkeloosheid. Er vliegt echter maar 2x per week een maatschappij op het vliegveld in de buurt en als je lastig zit met je agenda, moet je dus rond de 220 km rijden. Mijn navigatie gaf 280 km aan, maar deze route bleek 5 minuten sneller dan de kortste, dus pakte ik de kortste. Hij gaf aan dat ik er iets meer dan 3 uur over zou doen, maar ik dacht dat ik daar nog wel wat af zou rijden op 220 km. Ik had er niet mee gerekend dat ik maar 2 km. snelweg had op deze route. Later begreep ik dat je deze herkend aan het bord met verboden voor fietser, tractors en paard en wagen. Er zijn wel autowegen, maar daar heb je om de paar 100 m een zebrapad en moet je afremmen of fietsen er mensen langs de weg of ga je dwars door een dorpje heen. Wat op de wegen rijdt, gaat of tergend langzaam of scheurt je half over de middenstreep voorbij terwijl er een tegenligger aankomt.

Het blijkt een land van uitersten.Zodra ik de stad uit was, zag ik ontzettend veel glooiend groen: het meeste graan, maar ook maïs (net iets minder ver als bij ons), wei, bieten, en (hoe noordelijker, hoe meer) bos. Geen grote koeienbedrijven, maar wel drie enorm grote kippenbedrijven langs de weg. 

 

 

 

Ook geen koeien in de wei, maar dat kan ook het tijdstip zijn geweest. Iedere 10-20 km wel een dorpje en in ieder dorpje een autogarage en aan de rand een paar boerderijen met een paar koeien. In dit gebied is het al weken, zo niet maanden erg heet en valt er te weinig neerslag. Net buiten Warschau heb ik twee haspels gezien en verder alleen dorstige mais. Wel is ook hier genoeg voor de boer die van zijn geld af wil, want langs de weg staan veel borden van tractormerken, de lokale boerenbond of mechanisatiebedrijf, etc. Ik kom langs een open lucht landbouwbeurs.

Ik kom langs een Kubota, John Deere en Claas dealer en zie borden van Belarus. Zie geen, zelfs geen oude, Fendt, New Holland, Case, Deutz of Massey Ferguson rijden. Met nog een tussenstop kom ik uiteindelijk rond 22.00 pas in mijn hotel in Mragowo (stadje met ongeveer 25.000 inwoners en 12 meren) aan.

 

 

De volgende ochtend loop ik de 500 mtr. naar ons kantoor daar. Het is een vrij heuvelachtige streek en het gaat behoorlijk heuvel op. Het kantoor zit (hoe toepasselijk) boven een zuivelwinkel. De telefoon gaat geregeld en er komen behoorlijk wat cv’s binnen via de mail. We besluiten wat door te sturen naar de collega’s in Nederland, zodat we even de tijd hebben het een en ander door te spreken. Van de 8 die ik doorstuur (er bellen namelijk ook Wit-Russen en Oekraïners die wij helaas niet mogen bemiddelen), blijkt 1 de telefoon weer op te nemen, niet al iets anders gevonden te hebben in het kwartier dat ertussen zit en een serieuze kandidaat te zijn die referenties kan overleggen en wel oren naar het werk heeft. We bespreken de stand van zaken omtrent het binnen halen van mensen: hard ervoor werken en flink investeren is de conclusie. Goede mensen zijn ook in Polen lastig te vinden. Poolse bedrijven vragen ons wervingsbureau al voor mensen en de Wit-Russen en Oekraïners krijgen in grote getale werkvergunningen om de tekorten op te vullen.
Dan vertrekken we naar de agrarische school 35 km verderop (vergelijkbaar met MAS-niveau hier). Aan de rand van Mragowo rijden we langs een mega zuivelfabriek in aanbouw (er wordt in ieder geval genoeg gemolken in de regio.

 

 

 

Onderweg naar school zien we toch een aantal koeien in de wei, maar de meeste boeren weiden hier niet. Wij zijn al een tijdje bezig voet aan de grond te krijgen bij de school, omdat wij dit als 1 van de bronnen van potentiële melkers zien. Wij worden ontvangen in het kantoor van de directeur. De directeur zelf kan geen Engels, maar de vice-directeur is de lerares talen en vertaalt. Vol trots vertellen ze dat ze middenin de afstudeertijd zitten en dit jaar 400 leerlingen met een agrarisch diploma op zak hun school verlaten.

Het populairst is alles wat met machines te maken heeft en alle jongens kijken uit naar het jaarlijkse tripje naar de landbouwbeurs om de nieuwste mechamonsters te bekijken. Maar ze hebben ook een veehouderij richting, veterinaire richting en andere aanverwante. De school heeft een internaat erbij, want een aantal studenten woont te ver weg om heen en weer te reizen. Het heeft 110 ha land dat bebouwd wordt (graan, aardappelen en koolzaad momenteel), een machineloods en vee. Het is 1 van de grootste van de 67 scholen in Polen die officieel erkende agrarische diploma’s mag uitreiken. In Polen mag je geen landbouwgrond kopen zonder zo’n diploma op zak. Ze hebben in ieder geval de laatste 15 jaar dat deze directeur aan het roer zit geen terugloop gehad in leerlingaantallen. Ik vraag of er meer bedrijven zijn die trekken aan de afgestudeerden. De directeur zegt heel overtuigd dat de studenten zelf hun keus moeten maken wat ze later willen doen. De vicedirecteur laat doorschemeren dat ze de kennis die ze erin stoppen willen behouden voor eigen land. Ik stel haar gerust dat het voor ons helemaal prima is als men een paar jaar in Nederland komt werken. Om dan vervolgens met de opgedane kennis en het verdiende geld terug naar Polen te gaan om een tractor te kopen en iets voor zichzelf te beginnen of het bedrijf thuis over te nemen. Men staat erop dat wij blijven voor de lunch en wij gaan over het terrein (vroeger een inrichting voor mensen met een neurose en in WOII een ziekenhuis voor Duitse soldaten) richting de kantine waar eerlijk vers eten wordt gekookt. De vice-directeur lijkt om, want ze vraagt iedere leerling die we tegenkomen of ze niet in Nederland willen gaan werken. De eerste vraag is meteen of ze samen met een vriend kunnen gaan, want helemaal alleen naar een vreemd land, vreemde cultuur, vreemd huis etc. is voor veel een te hoge drempel.
Na een aangename, typisch Poolse maaltijd (augurkensoep en gehakt en rijst gerold in koolbladeren met aardappelen) rijden we richting 1 van de trainbedrijven. Een andere bron van melkers is namelijk mensen zonder enige ervaring de basisvaardigheden van het melken aanleren. Tegelijkertijd kan men zonder eerst af te moeten reizen naar Nederland kijken of het werk past bij hun en of zij passen bij het werk.

 

Het gaat om een melkveebedrijf met een 2×5 visgraat en momenteel maar 50 koeien in een ligboxenstal met stro. De boer vertelt dat hij een aantal koeien weg heeft moeten doen, omdat zijn medewerker vertrokken was en zoveel koeien plus de 20 hectare land teveel was voor hem. Zijn vrouw helpt wel, maar heeft ook nog 3 kinderen om voor te zorgen. Waarom hij niet met Wit-Russen of Oekraïners werkt? Nee, hij zou nooit met een buitenlander gaan werken, zegt hij maar ontwijkt de vraag waarom niet. Hij doet alles biologisch, maar daar blijkt een communicatieprobleem of in Polen betekent biologsich iets anders: de mais spuit hij toch wel en hij voert ook gewoon krachtvoer in de melkstal.

Er is op dat moment iemand die getraind wordt. Toen deze man kind was, hadden ze wat vee thuis en hij wil terug naar zijn roots. Hij kan al zelf de machine starten, de filter vervangen en begint met melken. Hij is wel heel groot voor deze melkstal en wat zenuwachtig omdat wij allemaal meekijken. Hij is nu nog te langzaam om het in Nederland te redden, maar heeft nog een paar dagen om het tempo proberen op te krikken. Het blijkt wel weer eens dat het op ieder bedrijf anders is, want op dit bedrijf vegen ze met een steeds opnieuw uitgewrongen nat doekje en maken ze vrij veel lawaai om de koeien de melkstal uit te krijgen die veel liever de laatste brokjes krachtvoer oppeuzelen dan vertrekken.

Er wordt ook niet gedipt en ik, als leek, zie vrij veel koeien met klauwproblemen. Toch heeft hij geen enkele koe met uierontsteking, een aantal bekers waaronder voor een 100.000kg koe en een medaille van de minister van landbouw van best presterend melkveebedrijf in de regio. Hij zegt gemiddeld zo’n 9 liter per koe per melkbeurt te melken. Ook hier verdroogt de mais op het veld. Ze hebben zat water in de buurt, maar hopen vooral op regen en een heel enkele keer sproeit men met de mesttank water over het land.
De volgende dag zitten we de hele dag op kantoor en maken plannen hoe we nog meer, effectiever goede mensen kunnen werven en trainen. ’s Avonds rijdt ik terug naar Warschau om de volgende ochtend om 06.30 mijn vliegtuig terug te halen. Ik neem dit keer de snelle route en heb wel 80 km snelweg (en 20 km wegwerkzaamheden waar snelweg gemaakt wordt). Al vrij snel ligt er een groot ogenschijnlijk gloedjenieuw mechanisatiebedrijf met Zetor en Weidemann en ik bedenk mij dat Polen op mij overkomt als een land van uitersten: Grote nieuwe machines, moderne landbouwbeurzen, maar beregenen kent men nog niet; grote mega kippenbedrijven en graanschuren, maar in de dorpjes nog steeds boerderijtjes met de oude Belarus, 2 koeien, 5 kippen en 3 konijnen; honderden kilometers nieuwe snelwegen, maar als deze overgaat in een autoweg moet je uitkijken dat je je band niet kapot rijdt in een gat; jongeren die eruit zien als hipsters met de nieuwste smartphone en mensen met nauwelijks nog een tand in hun mond die nog nooit een computer hebben aangeraakt. Ik kan niet wachten om over een tijdje terug te gaan en te zien hoe dit land zich ontwikkelt.